

Ronnie Lane. Al heel jong las ik zijn naam op de elpeehoezen van Small Faces.
Toen ik ouder werd dook ik in zijn muziek. Hij was bassist bij Small Faces en later The Faces. Hij ging solo en maakte platen met zijn band Slim Chance en met Pete Townshend, Eric Clapton en Paul McCartney. Zijn stem, zijn teksten, melodieën en zijn verhaal hebben mij altijd geraakt. Dat heb ik met sommige artiesten. Ronnie Lane’s muziek is altijd in mijn gedachten. Ik kom via internet in contact met Ronnie’s zoon Luke. Af en toe wisselen we een mailtje, ik heb genoeg te vragen. En dan zegt hij: “’Weet je, kom eens langs, dan laat ik je alles zien wat je wilt en kun je mijn familie ontmoeten”.
Op vrijdag 8 april om 16.30 uur ben ik op het treinstation in Zutphen. Daarna volgt de reeks trein, Schiphol, douane, wachten, wachten en vliegen, landen in Birmingham, weer douane en en nog meer wachten. Maar dan is het gelukt en ik sta met de koffer in de hand om op weg te gaan naar Shropshire, net in Wales. Ik huur een auto, betaal en hoef alleen de sleutel op te halen. Ik wil even borg betalen met mijn creditcard maar krijg te horen: “I’m sorry Sir, but I’m afraid we can’t help you.” De creditcard werkt niet. Na een half uur klooien blijft het bericht: ‘declined’. Ik ben gestrand in Birmingham op het vliegveld.
Er blijkt een scheurtje in mijn creditcard te zitten en ik kan daardoor geen auto huren. Er rijden geen treinen meer en na wat telefoontjes naar huis en naar de hulplijn van de bank ziet het er echt naar uit dat ik een nachtje op het vliegveld moet blijven. Wat volgt is lichte paniek en dan keihard nadenken. Ik loop nog één keer naar de balie en vraag of er echt ‘no other way ‘ is. De man achter het loket lijkt medelijden te hebben en krijgt een ingeving. Ik heb al eerder betaald met de creditcard online, dus de gegevens zijn bekend en met één druk op de knop redt de beste man mijn weekend. Veel later dan gehoopt struin ik de Parking af, op zoek naar een kleine Smart die mij even later vrolijk toeknippert.
Ik realiseer me dat ik links moet rijden. Na wat gehannes en wat gemiste afslagen zit ik op de juiste route naar Luke Lane. Een blokkade met omleiding neem ik op de koop toe en rond 01.30 uur Engelse tijd stap ik uit de auto en even later drink ik een biertje met Luke. Het alarm van de auto gaat buiten mijn schuld drie keer af, dit tot vermaak van Luke. Het is fijn om hem te zien. Hij lijkt op zijn vader, hij heeft dezelfde bouw en stem. “Wacht maar tot je mijn broertje Reuben ziet, het is bijna eng hoe hij op ‘our old man’ lijkt’, zegt hij.’
Luke is gescheiden en leeft met een vriend in het kleine huisje waar we ons nu bevinden. “We noemen het ‘Heartbreak Hotel’”, grapt hij. Luke en zijn vriend delen de kosten. Het blijkt een echte mannenhuishouding te zijn. Hier en daar is nog Kerstversiering zichtbaar. Een aantal vrienden is aan het gamen en in de keuken wordt gerookt, gedronken en gelachen. Het is een prima ontvangst maar ik moet wel even omschakelen, ik ben vermoeid, opgelucht en verrast. Ik slaap bij Luke op zijn kamer in het bed van zijn zoontje. Ik moet hem tien keer zeggen dat dat voor mij helemaal OK is.
“Dit is de plek waar het allemaal gebeurde, de plek waar de liedjes vandaan komen waar ik al jaren lang graag naar luister. Waar Ronnie Lane woonde met Eric Clapton en alle andere muzikanten. Waar de liedjes nog steeds in de lucht hangen. Het is precies zoals ik dacht.”

Na een typisch Engels ontbijt met slappe koffie gaan we op pad. We stoppen bij een oude smederij. Van binnen is het net de winkel van Malle Pietje. Overal bevinden zich fotootjes, plaatjes, spulletjes, katten, bloemen en er klinkt soulmuziek van Marvin Gaye. De eigenares, een kleine, broze dame die mij een hand geeft, doet me denken aan Armand, de Nederlandse hippie-zanger. Doorleefd, maar wel scherp. Het blijkt Luke’s moeder Kate te zijn. Ze is 67 jaar oud. Na de brand in haar huis, een druk leven met rock ‘n roll- sterren en de bijbehorende levensstijl, een nieuwe heup en een paar missende tanden is het een markante verschijning. Terwijl Luke kijkt naar het hangende pootje van een kat, verwissel ik een hoog-hangende lamp in de keuken en zet Suzie (Kate’s huisgenoot) thee.
De boerderij Fishpool Farm moet er ook zo hebben uitgezien, Luke bevestigt die gedachte. De verhalen gaan van de hak op de tak en ik geniet van de lol die we hebben. Van die Achterhoekse humor, maar dan in Wales. Ouwehoeren kunnen ze hier ook, dus ik voel mij al gauw huis. Kate laat mij haar pas geschreven tekst lezen over Mick Jagger’s ex Jerry Hall. Niet echt een positieve tekst, geschreven op een envelop. En er volgen vele verhalen over hoe Kate iedereen uit de popscene heeft ontmoet in de ‘60’s en ‘70’s. We praten over haar vriendschap met Pete Townshend en het juist opgenomen lied dat zij en Pete samen hebben geschreven. Ze is niet tevreden over het resultaat, vertelt ze. Een vriend komt langs met blokken hout voor de kachel en schuift ook aan. Deze mensen nemen de tijd voor elkaar. Even later gaan we naar Fishpool Farm. Kate zit voorin de auto en ik pas op haar groene mandje vol met haar spulletjes. ‘Fishpool Cottage’ staat er uitgekerfd op een klein houten bordje aan het hek. Het ligt prachtig aan de voet van een heuvel. Het is een oud klein boerderijtje met erom heen wat stallen. Dit is de plek waar het allemaal gebeurde, de plek waar de liedjes vandaan komen waar ik al jaren lang graag naar luister. Waar Ronnie Lane woonde met Eric Clapton en alle andere muzikanten. Waar de liedjes nog steeds in de lucht hangen. Het is precies zoals ik dacht. Luke en Kate blijven in de auto. Kate is onrustig en heeft het op haar heupen. Ze wil naar de pub, tijd voor een drankje. Zo goed als ik kan neem ik alles heel snel in mij op. We rijden naar The Miner Arms Pub, op 10 minuten afstand. Het is een uurtje of 13.00 en ik neem maar eens thee.
Gedurende de middag druppelen boeren, muzikanten en dorpsbewoners binnen. Iedereen zegt hallo, oud en jong kent elkaar en ook vrienden van Kate en Luke komen langs. De pinten bier en cider vloeien rijkelijk en iedereen is in de ban van het jaarlijkse paardenrennen. Een paar jongens doen morgen een test voor de brandweer. Om de beurt kiezen we van liedjes uit de jukebox en Kate staat in het middelpunt van de belangstelling. Iedereen is gek op haar. Af en toe komt er een nummer van Ronnie Lane voorbij. Luke zingt ze vaak zachtjes mee.
Luke’s broertje Reuben komt langs met zijn 7 maanden oude dochtertje Honey. Ik zit met de kleine meid op schoot. Ronnie Lane’s kleindochter op mijn schoot, dicherbij Ronnie kan ik niet komen. We zijn terug in de tijd. Dit is de plek, dit zijn de mensen, dit is zijn familie. Dit zijn de melodieën, de teksten en de spirit van zijn muziek waar ik zo gek op ben. Ik zit midden in de bron. Tijdloos.
De dorpsverhalen gaan rond en aan de muur hangen wat krantenartikelen en foto’s van Ronnie. Heel bescheiden om een hoekje. Telkens ga ik even kijken.
Tegen 19.00u gaan we verder. We hadden deze dag regen, hagel, sneeuw en zonneschijn. “Four seasons in one day”, zegt Luke steeds. Kate wordt thuisgebracht door een vriend en Luke en ik rijden weer naar zijn huis. ‘s Avonds in de lokale pub spelen we pool en ontmoet ik meer van Luke’s vrienden. Het blijken mensen uit de arbeidersklasse te zijn. Ook immigranten en tieners schuiven aan. Net als muziek is hun contact grenzeloos en zit jong en oud bij elkaar.
Op en af praten we over Ronnie gedurende deze twee dagen. Dat gaat heel relaxed. Luke en zijn familie hebben nooit een penny gehad van bijvoorbeeld de royalty’s. Ronnie’s laatste partner in Amerika pikte alles in. Een week nadat hij was overleden kwamen er brieven naar Reuben en Luke, waarin een rechter had bepaald dat er niets naar hen zou gaan. Om er tegen in te gaan, zouden ze duizenden dollars moeten betalen. Dat geld hebben ze niet. Ze hoeven geen miljoenen. Het gaat om eerlijkheid. “Een beetje geld om de rekeningen te kunnen betalen zou fijn zijn” , zegt Luke. Hij is er realistisch onder, maar het is in mijn oren werkelijk ongelooflijk. De foto’s zijn weg, de instrumenten zijn weg, er is niets tastbaars. Mensen die zich ontfermen over het nalatenschap van Small Faces en Faces blijken vaak geldwolven. De kinderen van de overleden bandleden hebben er geen goed woord voor over. Luke heeft contact met de kinderen van Steve Marriott en Ian McLagan. Vorig jaar ontmoetten ze elkaar en Ronnie Wood, Kenney Jones en Rod Stewart tijdens een reünie van The Faces. Het is een emotionele dag.
“Townshend is nog steeds een goede vriend van Kate. De verhalen zijn er, de herinneringen, en gelukkig ook oude tapes met opnames en hier en daar wat plannen om ze uit te brengen. We gooiren weer een pound in de jukebox. We kiezen Dire Straits en Dexy’s Midnight Runners. We spelen pool en lachen. “
“In 1997 sterft Ronnie op het moment dat Luke een ticket heeft geregeld om hem te gaan zien. Luke droomt ervan om het graf van zijn vader te bezoeken in Trinidad, Colorado. Ik zou willen dat ik hem het geld kon geven.“
Ik neem afscheid. Mijn tas is gevuld met de elpee en mijn hoofd met een prachtige ervaring. We houden het kort en ik ga op pad naar wat vrienden die rondom Evesham wonen. Luke drukt nog gauw een singeltje van Small Faces in mijn handen met Kenney Jones’ handtekening erop. “Ik heb er toch twee!”. Geweldig. We houden contact en we beloven om elkaar weer te ontmoeten. Dat gaan we zeker doen. Ik bedenk wel wat.
Wat een ervaring is dit. Het is bijzonder om te worden opgenomen in een familie en een gemeenschap voor maar één dag die voelt als een week. Eenmaal onderweg denk ik weer aan de verhalen. Hoe kwam het dat er een eind kwam aan hun familieleven? Toen Ronnie Lane merkte dat hij MS had keerde hij zich van zijn gezin af. Hij wilde het hen niet aandoen en wist zich geen raad. Hij vertrok naar Amerika omdat het klimaat daar beter was voor de ziekte. Bijna waren hij en Kate weer bij elkaar eind jaren ’80, maar het mocht niet zo zijn. Luke zag rond zijn 21ste zijn vader voor het laatst in levende lijve. Waarom ging hij dan niet op bezoek? Ronnie blijkt vaak te ziek, er is geen geld en in Amerika willen anderen Ronnie voor zichzelf hebben. In 1997 sterft Ronnie op het moment dat Luke een ticket heeft geregeld om hem te gaan zien. Luke droomt ervan om het graf van zijn vader te bezoeken in Trinidad, Colorado. Ik zou willen dat ik hem het geld kon geven.
Dit waren een paar dagen vol verhalen en emoties. De rode draad is familie, overleven, ondanks alles doorgaan met je leven. De muziek is er. Dankzij die muziek kom ik in contact met Luke en heb er weer nieuwe vrienden bij. Toen Ronnie Lane The Faces verliet, verdween de spirit uit de band wordt vaak gezegd. Ronnie Lane is er nog steeds. Ik heb zijn spirit zelf ervaren.



Steun de redactie en word ook lid voor €1 p/week en profiteer van allerlei kortingen bij Achterhoekse podia, festivals, winkels, oefenruimtes, scholen, docenten etc. Lees HIER meer over lid worden.